Wist je dat KERSTMIS zonder M ook kerst is?
Auteur: yvonnebijl
EINDELOZE LIEFDE
Als mijn levenstijd voorbij is
en mijn innerlijk vuur geblust
Als de dag niet meer voor mij is
en ik voortaan voor eeuwig rust
Als mijn warmtebron gedoofd is
en mijn lichtje niet meer straalt
Als mij dromenland beloofd is
daar waar ik nimmer meer verdwaal
Huil dan niet omdat ik weg ben
of doordat je mij zo mist
Als mijn hart jouw hart oprecht kent
wordt de liefde nooit gewist
Hoe dan?
Sinds vorig jaar zit mevrouw De Nuis
met haar man in een verzorgingshuis
want hun kind’ren werden banger
Hun pa en ma die douchten niet
en pa en ma die moesten niet
dus thuis kon het niet langer
Op een dag verhuisden zij allebei
bevreesd en bang, maar zij aan zij
tezamen, naar den vreemde
Een kamertje van drie bij drie
maar wat ontbrak, was harmonie
waardoor zij wat ontheemden
Mevrouw De Nuis die werd wat druk
zij maakte soms ineens iets stuk
dat vond men daar niet aardig
De dokter schreef een pilletje voor
en nog een poeder voor tussendoor
hij was enorm hulpvaardig
Door al die pillen die hij gaf
nam haar onrust wel wat af
nu lag zij vaak te dutten
De verzorgster vond dat wel okay
mevrouw De Nuis was heel gedwee
dus kon zíj haar tijd benutten
Door al die pillen die zij kreeg
verdween mevrouw haar eetlust, maar zij zweeg
vergat soms zelfs te eten
En ooh! Och jee! Ze snapten niet
waarom mevrouw De Nuis dat liet
Nee, maar! Hoezo! Hoe kon men dat weten
Mijnheer De Nuis alarmeerde steeds
voor WC gebruik en meer discreets
die moesten zij vaak helpen
De arts bedacht een heel nieuw plan
al vonden de kind’rn daar wat van
een katheter moest dit stelpen
Nu zitten mevrouw en mijnheer De Nuis
tezamen in het verzorgingshuis
elkaar te observeren
De verzorgsters hebben nu meer tijd
voor directe hulp en kwaliteit
maar vooral … om zorg te registreren
Onderstaond gedicht stund in ROET, zomereditie 2020
Zorgzaam
Bezorgd bög hij aover heur
as een treurende karstboom
zonder blinkernde ballen
an kale dennetakken
Mar mit naolden. Een bulte naolden
Getallen en grafieken
glienstert as kleurige laampies
in rood en gruun
an heur kastie
As was ’t groot feest. Een rustig feest
Zo nou en dan schrouwt ie
moord en braand
bij gevaor
veur heur leven
Wat zij niet kan. Omdat zij ’t niet kan
Bezorgd bög hij aover heur
as een woeste waakhond
zonder blinkernde taanden
wakend tot zij ontwaakt
Tot dan is hij daor. Tot dan blef hij daor
Met onderstaand gedicht ben ik 7e geworden bij de Willem Wilminks dichtwedstrijd te Almelo, waar ik super trots en blij mee ben (Er deden bijna 200 dichters aan mee)
Buitenbeentje
Hij loopt vandaag op hakken, voorzichtig en verlegen
stapje voor stapje komt hij dichterbij zijn doel
Vanuit zijn ouderlijk huis bereikt hij nieuwe wegen
verlaat daarmee zijn veiligheid en zijn vertrouwd gevoel
Zijn haren opgestoken en in zijn hand een tasje
strak tegen zich aan, alsof het een pantser is
Op een roestbruin rokje draagt hij een tijgerjasje
zo vlucht een onschuldige uit zijn gevangenis
Kijkend door het raam, lik ik de leegte van mijn lippen
deze sterke navelstreng valt nimmer door te knippen
Kijk uit. Let op. Wees voorzichtig, alsjeblieft
Wat zou ik graag de schoonheid er van zien
maar angst regeert. Misschien later. Dan misschien
Ooh buitenwereld. Ben zacht. Hij is mij toch zo lief
Schoonmaken geeft rust
Veeg de vloer aan met je twijfels
schrob de scherven van je vrees
wis de webben uit je angsten
spoel de spiegels van je geest
Schrap de zinnen uit je zorgen
activeer je betere helft
haal de bezem door benauwdheid
steek het licht aan in jezelf
Strijk de vouwen uit je fronsen
verdraai de spil in je bestaan
poets de passie in je dromen
dan kun jij de wereld aan
We vieren Bevrijdingsdag
(twee keer dit jaar)
Nooit wist ik echt wat vrijheid was
totdat het werd ontnomen
want toen opeens begreep ik pas
wat ons is overkomen
Want wat normaal was en gewoon
is nu een bijzonderheid
de uren glijden monotoon
verstrijken met de tijd
Niet naar de kroegen om de hoek
geen knuffels meer en geen bezoek
dat mis ik nog het meeste
Maar worden wij straks opnieuw bevrijd
van groepsverbod aanwezigheid
wat zullen wij dan feesten!
Kleindochter
Er ligt een droom te slapen
In haar wiegje, warm en zacht
Soms vertrekt haar mondje
Is het net alsof ze lacht
Haar handje raakt haar neusje
Waardoor zij plotsklaps schrikt
Met haar armpjes uitgestoken
Vangt ze mijn verliefde blik
In haar oogjes dansen elfjes
Stralend in de ochtendzon
Golven mee op haar gedachtes
Verwarmen innig haar cocon
Ver weg is nog de boze wereld
Voor haar nog geen verdriet en pijn
Maar zijn de elfjes straks verdwenen
Zal ik er altijd voor haar zijn
Eigen wereld
Zie jij dat ook
Wat ik nu zie
Waar wij nu zijn
Is waar jij bent
Heb jij dat ook
Dat wat ik voel
Wat jij niet zegt
Maar ik herken
Weet jij dat ook
Wat ik omschrijf
Van wat jij doet
En hoe jij leeft
Wist ik nu maar
Waar jij van droomt
Nu jij zo ver
Vanaf mij zweeft
Verstopt gezin
Dit is veur degenen die hoopt in bange dagen
En tegen gieniene klaagt, ok al hebt ze zat te klagen
Zij bint der al zo lange. Mar der veur oons nooit waren
Gien namen op pepier. Gien namen opeslagen
Dit is veur heur ogen. Die ziet. Mar nooit iets zagen
Dit is veur degenen die hoopt in lange dagen
Hebt zij ooit edacht in de uren die vervaagden
dat zij de lesten waren? En dat zij der buten lagen
Wussen zij van oons? Heurden zij oons bij vlagen
Verstopt in een kelder. Vanof de kienderwagen?
Wij kunt allent mar dèenken: wat mussen zij verdragen
Wachtend op de tied. Op heur ende der dagen.
Ruinerwold, september 2019