Kleindochter
Er ligt een droom te slapen
In haar wiegje, warm en zacht
Soms vertrekt haar mondje
Is het net alsof ze lacht
Haar handje raakt haar neusje
Waardoor zij plotsklaps schrikt
Met haar armpjes uitgestoken
Vangt ze mijn verliefde blik
In haar oogjes dansen elfjes
Stralend in de ochtendzon
Golven mee op haar gedachtes
Verwarmen innig haar cocon
Ver weg is nog de boze wereld
Voor haar nog geen verdriet en pijn
Maar zijn de elfjes straks verdwenen
Zal ik er altijd voor haar zijn